Uienmarkt

Geschiedenis

Volksfeest zo bont als de herfst

Het grootste volksfeest van Thuringen wordt in 2016 voor de 363e keer gevierd. Daarmee behoort de Zwiebelmarkt (uienmarkt) tot de oudste volksfeesten in de regio. De traditie begon anno 1653 als "Viehe- und Zippelmarckt". Weimar telde destijds 5000 inwoners. Er lagen echt niet alleen maar uien: er werd ook selderij, mierikswortel, knoflook, prei en majoraan verkocht evenals allerlei andere groente- en kruidensoorten. De mensen dekten zich in voor de winter.

Er zijn veel voorbeelden van Goethes verbondenheid met de markt. Zo liet hij de gekochte uienstrengen aan zijn bureau bevestigen, versierde zijn huis ermee en prees de gezondheidsbevorderende werking van de uien. In 1804 noteerde Heinrich Voss, leraar aan het gymnasium in Weimar; "Vanmiddag staat de beroemde uienmarkt voor ons huis op het programma. Er staan al 69 karren vol uien." In het midden van de 19e eeuw ontwikkelde de markt zich tot uien- en winkelcentrum voor heel Midden-Duitsland.

Vanaf 1861 werd de marktduur tot drie dagen verlengd. In de DDR-tijd kwamen er per dag ca. 120.000 bezoeker naar de stad. In 1970 werden er bijvoorbeeld 32.000 uienstrengen verkocht - waar toch 100 ton uien voor nodig waren. Maar het waren er nog niet genoeg. Soms waren ze 's morgens al uitverkocht. Om de uienmarkt in "Socialistisch oogstfeest" om te dopen, is net zo min gelukt als om het ongepland optreden van muzikanten in de straten aan banden te leggen.

Na de 'Wende' werd de marktduur tot drie dagen verlengd. Zowel toen als nu zijn het de Heldrunger uienboeren die de uienstrengen maken en verkopen. Tweekleurig, mini of extra lang - de uienstreng - of liever de uienris - is zowel bij de inwoners als bij de toeristen even geliefd. Terwijl het in 1990 nog om 350 stands ging, zijn het er nu 600, waarvan er 120 voor de Heldrunger uienboeren gereserveerd zijn.


Anzeigen