Thüringer plaatgebak

Hummelstich en Schneewittchen

Van Petra Hermann

Bij familiefeesten in Thüringen is er niet gewoon één taart, maar zijn er veel soorten plaatgebak. Die worden in heel kleine stukjes van drie à vier centimeter gesneden. Zo kun je er zo veel mogelijk van proeven.

Het beroemde, ik had bijna gezegd beruchte Thüringer plaatgebak is niet minder voedzaam dan de Thüringer keuken in het algemeen. Ze zijn het allerlekkerst, als ze, zoals de kruimeltaart, direct ’s middags, nadat ze gebakken zijn, op tafel komen. Als de kruimeltaart uit de oven komt, wordt hij nog warm met een stukje zachte boter besmeerd en wordt er poedersuiker over gestrooid. Dan mag je even zondigen! De vele recepten worden in de familie doorgegeven, zijn vaak door oma opgeschreven en worden zorgvuldig bewaard.

Bij heel grote feesten worden in Thüringen nog steeds zogenaamde bakvrouwen aangesteld. Dat zijn vaak familieleden of kennissen van de familie, die zich met het bakken bezighouden. Het is dus geen wonder dat het aantal taarten een graadmeter voor het succes van een feest is. Het is ook een traditie dat alle gasten een klein pakje met gebak als bedankje mee naar huis mogen nemen. Vooral in kleine dorpen wordt deze traditie nog steeds in ere gehouden.

Ik heb al enkele goedbewaarde familierecepten verraden. Op mijn foodblog staan ook recepten voor een smakelijke notencake met een crèmig laagje chocolade en voor een mostaart, waarvan de oppervlakte een groene waas heeft. Van de kleurrijke namen krijg je al trek, als je ze hoort. De Hummelstich is honinggebak met amandelen en vruchten, bij de Wintertraum droom je over kaneel, noten en rum en Schneewittchen is natuurlijk wit als het lichte deeg, rood als de zure kersen en zwart als het chocoladedeeg en het glazuur. In Thüringen komt uit de oven verrukkelijk plaatgebak met pudding, room, chocolade, noten, honing, advocaat, botercrème, amandelen, rozijnen, kaneel en allerlei soorten fruit. Ook is iedereen gek op het maanzaadgebak.

Petra Hermann schrijft het foodblog Obers trifft Sahne en heeft het boek Weimarer Mundart geschreven, waaruit deze tekst komt.